Werkplek


Uw werkplek moet aan verschillende eisen voldoen om een optimale werkhouding te kunnen waarborgen. Dit kunt u zelf controleren aan de hand van het plaatje of de onderstaande beschrijving van de werkplek. Voldoet uw werkplek niet aan de eisen probeer dan zelf al een aantal dingen te veranderen of schakel de Arbo-dienst in voor een werkplek controle. Zij kunnen waar nodig uw werkplek aanpassen. Let goed op uw werkhouding. Is uw werkhouding verkeerd dan zult u weinig profijt hebben van goed meubilair.

U kunt uw stoel zelf goed instellen door op de volgende punten te letten
  1. Zithoogte
    Leg uw handen op de plek waar u uw werk doet, b.v. het toetsenbord. Stel de hoogte van uw stoel zo in dat uw ellebogen een hoek van 90 graden maken. Let erop dat uw nek en schouders ontspannen blijven!
    De hoek tussen boven- en onderbeen moet ook 90 graden zijn. Kunt u door de vorige instelling niet meer met de voeten bij de grond, da moet u een voetenbankje gebruiken.

  2. Armleggers
    Als de hoogte van uw armleggers instelbaar is, stel ze dan zo in dat ze uw onderarmen ondersteunen. De armleggers zijn goed ingesteld, als u de onderarmen er losjes op kunt laten rusten

  3. Rughoogte
    Stel de hoogte van de rugleuning zo in dat u steun krijgt in de holte van uw rug

  4. Zitdiepte
    Schuif de stoel goed aan uw bureau. Ga in uw gewone werkhouding zitten en stel de rugleuning in voor- of achterwaartse richting zo in dat u voldoende steun krijgt. Zet de leuning niet te strak tegen uw rug aan.

  5. De zitting
    Bij sommige stoelen kunt u zelf de helling van de zitting bepalen. Stel de helling in op de houding waarin u het prettigst zit.

  6. Bijstellen
    Uw stoel is nu goed ingesteld. Als u in de komende dagen nog niet helemaal prettig zit dan kunt u nog kleine correcties aanbrengen. Doe dit in dezelfde volgorde. Laat de stoel daarna in dezelfde stand staan. Blijf niet voortdurend bijstellen, want dan moeten de spieren steeds weer aan een andere houding wennen.

Aan de hand van de volgend punten kunt u controleren of uw werkplek aan de eisen voldoet
  1. Meubilair
    Het tafelblad van uw beeldschermtafel moet licht getint zijn en minstens 120 cm x 80 cm groot zijn. De dikte van het tafelblad mag maximaal 5 cm zijn. Daarnaast is voldoende beenruimte vereist. Dit moet minstens 60 cm breed en 80 cm diep zijn. Obstakels als prullenbak e.d. dient u niet onder uw tafel te plaatsen.

  2. Werkopstelling
    Plaats het beeldscherm en de overige materialen waar u veel mee werkt recht voor u, zodat bij uitvoering van de werkzaamheden neus en knieën dezelfde kant op wijzen. Werk niet met een gedraaide romp of nek.

  3. Toetsenbord
    Onderarmen, polsen en handen dienen een horizontale lijn te vormen, waarbij de onderarmen op de armleggers steunen, de polsen steun kunnen vinden op het bureaublad en de handen zich gemakkelijk over het toetsenbord kunnen verplaatsen. Geadviseerd wordt het toetsenbord in de laagste stand te plaatsen (pootjes inklappen). Op het bureaublad dient voor het toetsenbord ongeveer 8 cm ruimte aanwezig te zijn.

  4. Muis
    De hand moet in het verlengde van de onderarm gehouden worden. De hand mag niet te ver achterovergebogen worden. Om de muis goed te kunnen gebruiken en de belasting van de arm te beperken moet de onderarm gesteund worden door het tafelblad of de armlegger. Grote bewegingen moeten niet vanuit de pols, maar vanuit de elleboog gemaakt worden. De zijkant van de hand moet op de muismat kunnen rusten waarbij de vingers ontspannen de muisknoppen kunnen bedienen.

Niet alleen het meubilair is belangrijk. Controleer ook de dingen die te maken hebben met leescomfort.

Onder de meest gunstige omstandigheden wordt de tekst op een beeldscherm 10 a 20% langzamer gelezen dan op papier. Een goede zichtbaarheid van de tekst is heel belangrijk. Het beeldscherm moet voor iemand met een goed gezichtsvermogen op ruim 160 cm goed leesbaar zijn. Op die manier kan op ongeveer 50 cm voldoende leescomfort gewaarborgd worden. Controleer de volgende punten
  1. Hoogte beeldscherm
    Het beeldscherm dient op een hoogte gezet te worden, dat de eerste regel tekst op of beneden ooghoogte verschijnt. Indien men blind typt, dient men het beeldscherm zo op te stelen dat het midden van het beeldscherm zich op ooghoogte bevindt

  2. Kijkafstand
    De afstand van de ogen tot aan het beeldscherm dient minimaal 50 cm te bedragen. Afhankelijk van de diameter van uw beeldscherm wordt de kijkafstand groter. Beeldscherm, toetsenbord en document dienen zich nagenoeg op gelijke afstand van de ogen te bevinden. Werkt u veel met documenten dan dient een stabiele, instelbare documenthouder aanwezig te zijn. Zorg dat de afstand van de ogen tot de documenthouder ongeveer net zo groot is als die tot het beeldscherm. Dan hoeven de ogen zich minder vaak aan te passen. De ogen zullen dan minder snel vermoeid raken.

  3. Beeldscherm en verlichting
    De omgeving rond het beeldscherm moet matig verlicht zijn (200-400 lux). Het beeldscherm staat bij voorkeur 2 a 3 meter van de muur en haaks op het raam. Als de monitor uit staat dient geen reflectie van lichtbronnen, als TL verlichting en/of buitenlicht, op het beeldscherm zichtbaar te zijn. Bronnen van reflectie of verblinding dienen te worden afgeschermd of de werkopstelling dient veranderd te worden. Een te groot licht/donker contrast tussen beeldscherm en omgeving dient te worden vermeden. Het beeldscherm moet dus niet voor het raam geplaatst worden.

  4. Beeldscherminstelling
    Voor een rustig beeld en goed zichtbare tekst gaat de voorkeur uit naar donkere tekens op een lichte, matte achtergrond. De tekens in de hoofdletterstand dienen minimaal 3,3 mm hoog te zijn. Bij een lichte achtergrond heeft u het minst last van reflecties en is het contrast met tekst op papier gering.
Lees verder over de juiste werkhouding

Terug naar de vorige pagina Terug naar de eerste pagina